Nederlandse les en ontmoetingsplek voor Oekraïners in Utrecht

Sinds het begin van de oorlog in Oekraïne zijn er tienduizenden vluchtelingen in Nederland opgevangen. Voor het leren van de Nederlandse taal kunnen ze onder meer terecht bij lokale initiatieven. De stichting Taal Doet Meer organiseert samen met de Protestantse Diaconie Utrecht sinds begin 2022 groepslessen voor Oekraïense vluchtelingen die tijdelijk onderdak hebben gevonden in de gemeente Utrecht. Tineke Zwarts en Marie-Louise Kuijpers vertellen over het begeleiden van een taalgroep voor deze bijzondere doelgroep.

Elke week schuiven ongeveer twintig Oekraïense vluchtelingen aan voor Nederlandse les bij Tineke Zwarts en Marie-Louise Kuijpers. Twee uur duurt de inlooples in een kerkgebouw in Leidsche Rijn, met een korte pauze met een kopje thee. Het zijn vooral vrouwen tussen de dertig en vijftig jaar die op de les afkomen; als er mannen bij zijn, zijn ze meestal ouder.

Portretten van Tineke Zwarts en Marie-Louise Kuijpers
Tineke Zwarts & Marie-Louise Kuijpers

In de les werken Zwarts en Kuijpers vooral aan het verbeteren van de spreekvaardigheid van de cursisten. Zwarts: “Het doel is dat ze met het spreken van Nederlands enige zelfredzaamheid winnen. De drempel om te proberen in het Nederlands te praten kan groot zijn.” Kuijpers: “Sommigen zijn wat verbaler, ze durven meer en praten daardoor makkelijker dan anderen. Die deelnemers zien we vaak snel vooruitgaan. De Oekraïense deelnemers zijn bescheiden en soms wat schuchter. Maar de cursisten zijn ook zeker bevlogen en erg ijverig. We worden na afloop van elke les uitvoerig bedankt.”

Beginnen bij nul

Voordat ze met de groep Oekraïense vluchtelingen startten in het voorjaar van 2022 hadden Zwarts en Kuijpers al de nodige ervaring met taalbegeleiding. Toch moesten ze in het begin wennen aan het lage taalniveau van de deelnemers. Zwarts: “Deze mensen beginnen vaak helemaal bij nul. De meest basale dingen beheersen ze niet, want ze komen kersvers uit Oekraïne. Dat maak je normaliter heel weinig mee, want veel deelnemers aan taalgroepen schrijven zich na hun inburgering in.”

In het begin had de groep tolken nodig om communicatie mogelijk te maken. Inmiddels spreken de cursisten voldoende Nederlands om enige communicatie mogelijk te maken, en er zijn een paar deelnemers bijgekomen die een beetje Engels spreken. “Maar er vluchten nog steeds mensen uit Oekraïne,” zegt Kuijpers. “We krijgen nog altijd nieuwe cursisten die net in Nederland zijn en soms ons alfabet nog nauwelijks kennen.”

"De lessen hebben ook een sociale functie, het is een ontmoeting van lotgenoten"

Laagdrempelig

De taalgroepen van Taal Doet Meer worden normaal niet op nationaliteit ingedeeld, maar voor Oekraïense vluchtelingen zijn speciale groepen opgezet. “Laagdrempeligheid is voor deze doelgroep heel belangrijk,” vertelt Zwarts. “Normaal vraag je van deelnemers dat ze zich registreren en voor minstens een halfjaar opgeven. Maar voor deze mensen is er zoveel onzekerheid, dat we dat achterwege laten. Deelnemers kunnen gewoon binnenlopen als ze mee willen doen. Die laagdrempeligheid zorgt soms voor onrust, als onverwachts drie nieuwelingen binnenlopen wanneer de groep al een stuk verder is.”

 “Dat de cursisten een vergelijkbare achtergrond hebben heeft ook voordelen,” voegt Kuijpers toe. “Bepaalde klanken die zij niet gewend zijn, zoals de dubbelklank ‘ui’ en het verschil tussen ‘g’ en ‘h’, kun je met de hele groep tegelijk oefenen.”

Vooruitgang

Zwarts en Kuijpers zijn getroffen door de motivatie en toewijding van de Oekraïense cursisten. “De onzekerheid in hun leven is enorm,” zegt Zwarts. Sinds augustus vangt ze thuis een vrouw uit Oekraïne op en ze krijgt dagelijks mee hoezeer de vluchtelingen door de oorlog worden beïnvloed. “Nieuwe vaardigheden leren is niet makkelijk als je hoofd vol zit met alles wat er in je thuisland gebeurt.” Kuijpers: “Naast het leren van Nederlands hebben de lessen ook een sociale functie, het is een ontmoeting van lotgenoten. Desondanks gaat het bijna nooit over de oorlog, heel soms in de pauze. Als je vraagt hoe het met ze gaat, is het antwoord altijd ‘goed’. Maar dat is bij Nederlanders niet anders. Dat hebben ze al goed opgepikt.”

Het is nu bijna een jaar geleden dat ze begonnen met deze groep: zien Zwarts en Kuijpers zichzelf het komende jaar doorgaan met de begeleiding van de groep? Zwarts: “Je hoopt natuurlijk dat het straks niet meer nodig is, dat deze mensen kunnen terugkeren naar hun eigen land. Dat willen ze ook graag. Maar zolang er behoefte is aan een taalgroep voor Oekraïense vluchtelingen, blijven wij het doen. We hebben er plezier in en we krijgen er veel dankbaarheid voor terug.”

Meer informatie

  • Lees meer over de meetingpoints voor Oekraïense vluchtelingen in Utrecht;
  • Meer informatie over taallessen voor Oekraïense vluchtelingen in Nederland;
  • Het informatieportaal van de Rijksoverheid over de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne.