Hoe de Nederlandse taal opbloeide bij Fransen Roses
Mensen werden niet alleen beter in hun werk; ook de sfeer bij rozenkwekerij Fransen Roses bloeide op door een taalcursus. Dankzij een subsidie konden Poolse en Turkse medewerkers maandenlang hun kennis van de Nederlandse taal bijspijkeren. Jans Vrins nam het project op zich. “Als je hier nu de kantine binnenkomt, is het een feest van Nederlandstalige saamhorigheid.”
Medewerkers begrepen vragen niet
Jan Vrins heeft een eigen bedrijf in de tuinbouwbegeleiding en internationaal onderwijs. Daarnaast was hij als adviseur verbonden aan verschillende bedrijven, waaronder Fransen Roses in De Lier. Aad Fransen, eigenaar van deze rozenkwekerij, vroeg Jan om zijn allochtone medewerkers op te leiden in de Nederlandse taal. “Geen slecht idee”, meent Jan. “Meer dan eens werden binnen dit bedrijf vergissingen gemaakt, doordat mensen elkaar of hun leidinggevende niet begrepen. Op vragen als ‘heb je die rij al afgemaakt’ werd braaf ‘ja’ geknikt. Maar later bleek dat medewerkers de vraag totaal niet hadden begrepen.”
Elkaar kunnen verstaan en aanspreken
Zelf studeerde Jan ooit Nederlands. Hij weet hoe belangrijk taalkennis is om vooruit te komen. “Als mensen de taal niet beheersen, beheersen ze ook hun vak niet voldoende. Het is cruciaal dat collega’s elkaar en hun leidinggevenden kunnen verstaan. En ook aanspreken als dat nodig is. Stel dat iemand een vreemd beestje in een gewas ziet zitten, maar niet naar de leidinggevende durft om dat te melden. Omdat hij of zij de taal niet beheerst. Dat kan een hele oogst verwoesten – en duizenden euro’s kosten.”
Subsidie van Tel mee met Taal als startsein
De subsidie van Tel mee met Taal was voor Fransen Roses een mooi begin om de taalcursus op te starten. “Maar we hebben ook veel van de medewerkers zelf gevraagd”, vertelt Jan. “Zij moesten zich echt verbinden aan deze cursus om beter Nederlands te spreken. Dat betekende: ook eigen tijd investeren. Bijvoorbeeld voor de wekelijkse bijeenkomsten buiten werktijd, maar ook om huiswerkopdrachten te maken. Van de subsidie hebben we onder meer de ‘taaluren’ onder werktijd, de docenten en het studiemateriaal betaald. Het was geweldig om te zien hoeveel we daarmee konden doen.”
Bloem, blad, steel: alles was lesmateriaal
De taalcursus binnen de rozenkwekerij werd zo praktisch mogelijk ingestoken. Jan: “We deden bijvoorbeeld opdrachten via oefenen.nl. En we gebruikten de ‘Succes! lesmethode’ voor volwassenen die beter willen leren lezen en schrijven. Zeker een succes. Maar bovenal lieten we onze mensen met elkaar praten en de Nederlandse taal in de praktijk ervaren. Als iemand jarig was en appeltaart kreeg, bespraken we verschillende soorten fruit. In de kwekerij benoemden we gezamenlijk de (onder-)delen van een sorteermachine of een roos. Blad, steel, bloem… eigenlijk alles wat we tegenkwamen was lesmateriaal.”
Volgens Jan komt er bij Fransen Roses vast nog eens een taalcursus voor nieuwe medewerkers. “Mogelijk pas na de coronacrisis. We vinden het wel zo leuk om dan weer met zijn allen in de kantine te zitten en samen te leren. En ook huiswerkopdrachten zoals een boodschappenlijst schrijven en daarmee naar een supermarkt gaan, zijn wat meer ontspannen als de tijden normaliseren. Als dat gebeurt, is het wat ons betreft weer tijd voor taal. En hopelijk bij nog veel meer werkgevers. Want als iedereen gemotiveerd meedoet, is een investering in taal voor ieder bedrijf de moeite waard.”