De doorontwikkeling van taalhuiscertificering

Sinds 2020 worden taalhuizen die dat willen eens in de vier jaar gecertificeerd door de Certificeringsorganisatie Bibliotheekwerk, Cultuur en Taal (CBCT). Een audit-team van CBCT toetst een taalhuis aan de hand van zeven kwaliteitsnormen. Op 2 februari 2024 is het nieuwe certificeringskader voor taalhuizen vastgesteld. Tel mee met Taal spreekt CBCT-directeur Willem Camphuis over het nieuwe kader en de toekomst van certificering.

Beeld: ©Tel mee met Taal

Betekent het nieuwe certificeringskader een nieuwe manier van werken?

“We hebben wel wat dingen aangepast in het kwaliteitskader, maar aan onze werkwijze verandert verder niet veel. Voor een groot deel zit onze implementatieklus erop, de inhoudelijke veranderingen zijn onderzocht, besproken en afgestemd. We hebben de taalhuizen geïnformeerd dat er veel gelijk is gebleven, maar ook dat een paar punten zijn veranderd. Met name de taalhuizen die dit jaar aan de beurt zijn, hebben we al uitgebreid meegenomen in het nieuwe kader”

Verandert er veel voor taalhuizen die aan certificering toe zijn?

Het nieuwe kader is een doorontwikkeling, geen revolutionaire verandering. Ik denk niet dat taalhuiscoördinatoren verrast zullen zijn over de wijzigingen, het gaat om zaken waar zij links- of rechtsom al mee te maken hebben. Neem bijvoorbeeld de nieuwe focus op de stem van de lerende, een belangrijke wijziging in het nieuwe kader. Daar hebben bibliotheken, taalhuizen en gemeenten het al jaren over: in hoeverre betrek je de doelgroep bij je taalhuis, en hoe vertaal je dat naar je aanbod en dienstverlening? Houd je voldoende rekening met hun inzichten en ervaringen? Het is duidelijk dat iedereen dit belangrijk vindt, en er gebeurt al heel veel. Het certificeringskader moet helpen om die inzet bewuster en systematischer te laten zijn. Nu het is geformaliseerd, is de aandacht voor de stem van de lerende minder vrijblijvend in de toetsing.

Bij de start van de certificering was duidelijk dat er grote verschillen waren tussen taalhuizen, van groot en professioneel tot een kleine club met veel vrijwilligers. Zien jullie deze variatie nog steeds?

“Er is nog steeds een grote variatie tussen taalhuizen, en dat is voor een deel ook geen probleem. Een taalhuis in Amsterdam is nu eenmaal anders ingericht dan een taalhuis in Sint Annaparochie. Vaak is een aansluiting op lokale structuren juist de kracht van een goed taalhuis. Toch zijn we tevreden dat taalhuizen meer samenwerken. We zien een beweging naar schaalvergroting, samenwerkingsverbanden en kennisuitwisseling. Taalhuizen delen bijvoorbeeld onderlinge strategieën voor het bereiken van moeilijke doelgroepen, of een goede verantwoording van resultaten naar de gemeente toe. Dat is echt een verbetering.”

"Aandacht voor de stem van de lerende is nu minder vrijblijvend in de toetsing"

Kan het certificeren van taalhuizen organisaties helpen om te professionaliseren?

“Ja, dat is ook het doel ervan. Bij taalhuizen die een certificering hebben doorlopen zijn de sterke en zwakke kanten duidelijk geworden. Dat leidt tot vervolggesprekken tussen kernpartners van een taalhuis. Waar moeten we misschien beter over nadenken en welke stappen kunnen we zetten om ons taalhuis verder te ontwikkelen? Professionalisering blijft een uitdaging, veel taalhuizen zijn wankel omdat ze beperkt zijn toegerust. Ze zijn klein en leunen sterk op vrijwilligers. Ze doen goed werk, maar zijn kwetsbaar. De oplossing daarvan ligt voor een groot deel bij gemeenten, zij hebben immers de regiefunctie bij de aanpak van basisvaardigheden. Het verbeteren van basisvaardigheden is een belangrijk maatschappelijk vraagstuk, dat vereist professionaliteit. In een gezond taalhuis is de inzet van vrijwilligers een weloverwogen en bewuste keuze.”

Er is veel behoefte aan ondersteuning bij het verbeteren van gecijferdheid en digitale vaardigheden. In hoeverre kijken taalhuizen breder naar basisvaardigheden?

“Wij toetsen op missie en uitvoering van het taalhuis zelf en oordelen niet over de doelen die het taalhuis zichzelf niet stelt. Als een taalhuis aangeeft louter in te zetten op taal, dan toetsen wij daarop. Wij gaan niet op de stoel van de beleidsmaker zitten. Maar de behoefte is er zeker. We zien bij audits dat er in veel taalhuizen steeds meer een beweging ontstaat van alleen taal naar bredere basisvaardigheden. Maar er zit een grote variatie in; veel taalhuizen richten zich vooral op taal, anderen trekken het heel breed. Soms noemt men zich dan ook geen taalhuis meer, maar digitaalhuis of ontwikkelplein. De term ‘taalhuis’ dekt in dat geval de lading niet meer.”

Jullie zijn nu vier jaar bezig. Waar staat de certificering van taalhuizen over nog eens vier jaar?

“Wat er moet gebeuren, dat is al een tijdje duidelijk. De komende vier jaar zullen we in grote lijnen hetzelfde constateren, maar hopelijk wordt ook zichtbaar dat er verandering ten goede is. Als de overheid basisvaardigheden belangrijk vindt en serieus wil aanpakken, dan hoop ik niet dat wij als certificeringsorganisatie elk jaar de vinger op dezelfde zere plek moeten leggen. We hopen dat gemeenten en andere partners de stap zetten naar verdere professionalisering en kwaliteitszorg; gemeenten moeten hun regierol beter pakken. Boter bij de vis hoort daar ook bij. Als je wilt professionaliseren, kost dat geld.

Wij zien relatief veel kleine, betrekkelijk wankele taalhuizen, waar echt geploeterd wordt. Een paar professionals en vrijwilligers zie je heel hard werken. Ik heb daar groot respect voor. Maar een taalhuis moet een geoliede machine worden met voldoende professionals, meerjarenbeleid, visie en een ingebed instituut in je gemeente en regio. De verankering - beleidsmatig, inhoudelijk en organisatorisch - moet echt beter. De overgrote meerderheid van de taalhuizen is dat met ons eens en beoordeelt de certificering als waardevol. Certificering is natuurlijk ook geen doel op zich: certificering is een middel om taalhuizen te verbeteren, en taalhuizen zijn een middel om de basisvaardigheden te verbeteren van mensen die dat nodig hebben. Dat is het doel dat ons allemaal verbindt: de doelgroep beter helpen.”

Kennisatelier

Op dinsdag 28 mei van 14:00 tot 15:00 uur beantwoordt Willem Camphuis vragen over de kwaliteitstoetsing van taalhuizen tijdens een online kennisatelier van het Expertisepunt Basisvaardigheden. Meld je nu aan.

Meer informatie

Kijk voor meer informatie over certificering van taalhuizen op de website van CBCT